26 Jul
26Jul

Iedere zaterdag en zondag rijden wij om ongeveer 07.15 uur vanaf ons huis aan de Prinses Marijkelaan via de Arnhemse Bovenweg naar buitenplaats Hoog Beek en Royen.  

De Arnhemse Bovenweg is een gedeelte van de oeroude verbindingsweg van Keulen naar Utrecht, die van oudsher Heerweg of Bovenweg genoemd werd. Beginnende op de hofstede De Blaauwe Schorteldoek in de Bilt (Schorteldoeksesteeg) tot aan de grens met Driebergen. In 1826 worden de huidige Oude Arnhemseweg, de 1e en 2e Hogeweg en de Arnhemse Bovenweg omschreven als “De Oude Arnhemse Weg”. Op 24 april 1895 werd deze - verschillende wijken doorkruisende - weg in vieren gedeeld.  De Siberiëweg, het gedeelte vanaf de Laan van Beek en Royen tot aan de grens van Driebergen werd in 1920 omgedoopt in Arnhemse Bovenweg.

Hoog Beek en Royen maakte oorspronkelijk deel uit van landgoed Beek en Royen. Het oorspronkelijke huis van dit landgoed aan de 2e Dorpsstraat 54-58 staat daar nog steeds. De naam Beek en Royen is een samenvoeging van namen van de stichter Hendrik Verbeek (1707-1788) burgemeester van Utrecht en lid van het Utrechtse regentenpatriciaat en zijn vrouw Clara J. van Royen.

Na zijn overlijden verkochten de erven omstreeks 1825 Beek en Royen aan Albert Voombergh (1793-1851), Chef van het Amsterdamse Bankiershuis Ketwich en Voombergh. Deze liet op het voorste gedeelte van het grote bosgebied zijn buitenplaats Hoog Beek en Royen bouwen dat bij de oudere Zeistenaren als burgemeesterswoning bekend staat. Van 1956 tot 1979 is het huis in gebruik geweest als ambtswoning van de burgemeesters Mr. Aleid Pieter Korthals Altes en Mr. Dr. Andries Antonius Henricus Stolk.

De buitenplaats word begrensd door de Driebergseweg, Laan van Beek en Royen en Arnhemse Bovenweg en ligt komende vanuit Driebergen ongeveer 300 meter rechts na het bord “Welkom  in Zeist” voor het kruispunt Laan van Beek en Royen, Dorpsstraat en Lageweg. 

Via het toegangshek aan de Laan van Beek en Royen loop ik over een smal pad dat in het najaar door oude lantaarns verlicht wordt. Het pad naast de eik laat ik links liggen en loop verder. Overal zie je hoge en statige oude bomen die het grasveld omzomen, maar je ziet ook hoge rhododendrons die in het voorjaar prachtig in rood, paars en wit in bloei staan.  In het hele park staan bomen die bij de aanleg van de buitenplaats in 1825 uit Boskoop zijn gehaald. Platanen, rode en groene beuken, zomereiken, kastanjes, linden, tulpenbomen en nog veel meer.

Op de kruising van paden steek ik het Kippenlaantje (herkomst naam onbekend) over dat evenwijdig loopt aan de Laan van Beek en Royen. Dit uit 1750 stammende laantje was oorspronkelijk een openbare weg en is een van de oudste eikenlanen van Nederland. Tegenover het Kippenlaantje loopt rechts de toegangsweg aan de Driebergseweg en een tiental meters verderop links loopt een meanderend pad om de vijver. Aan de overkant aan de Driebergseweg en aan het einde van de slingervijver ligt de voormalige oranjerie welke nu als kantoorruimte in gebruik is.   

Voor mij ligt een oude stenen brug met aan weerszijden hardstenen palen met daartussen stalen buizen. De hardstenen palen op de brug werden enkele jaren geleden nog kapot geslagen en de stalen buizen waren eruit gewrikt en verbogen en/of verdwenen. In het weekend houden zich hier ’s avonds en ’s nachts jongeren op die zich uit het zicht van camera’s in de Dorpsstraat indrinken en hun gang kunnen gaan. Dat is te zien aan het aantal lege bier en drankflessen, sigarettendoosjes, kroondoppen, plastic, peuken, zakdoekjes en andere narigheid die ik hier wekelijks opruim. 

In de vijver zit veel vis en ook is hier een diversiteit aan watervogels te zien. Zo zie ik de wilde eend, loopeend, waterhoen, meerkoet en met enige regelmaat de Canadese gans, knobbelzwaan, aalscholver, grauwe gans, nijlgans en een vissende blauwe reiger die ook wel een eenden of meerkoeten pulletje lust. Overal hoor en zie ik vogels maar mis ik de mus. In mijn jonge jaren stierf het van vele soorten mussen die bij restaurants zoals het Jagershuis en pannenkoeken-restaurant Rhijnauwen op de rand van je bord zaten te pikken. Het was een plaag. Maar nu lijken de vele soorten mussen zoals de huismus, ringmus, heggenmus en grasmus wel bijna uitgestorven. Daar hoor ik de groene specht en heel af en toe als ik geluk heb zie ik hem ook. Dat zijn echt geluksmomenten. Verder zie maar hoor ik onttrokken door het dichte gebladerte vooral de halsbandparkiet, buizerd, kauw, kraai, koolmees, bosuil, pimpelmees, kuifmees, roodborst, lijster, merel, zwartkop, glanskop, winterkoning, boomklever, boomkruiper, holenduif, houtduif, ekster, goudhaan, gaai, staartmees, witte kwikstaart, tjiftjaf, kruisbek, grote bonte specht en af en toe een kneu, appelvink, havik, sperwer, putter of keep. Er zijn hier nog veel meer vogelsoorten en teveel om op te noemen. 

Rechts over de brug staat op een groene heuvel het huis waarin sinds 2001 Van Lanschot Kempen bankiers gehuisvest is met links daarvan in de verte het koetshuis. De heuvel is opgeworpen met het zand dat bij het graven van de slingervijver vrij kwam. Maar voordat mijn wandelvrienden er zijn loop ik zoals ik al vele jaren doe eerst om het huis heen. Aan de voorzijde van het huis staat een schitterend zwanenbankje dat ik daar 50 jaar geleden ook al zag staan. Wonderlijk dat het er nog zo ongeschonden bij staat, maar het mag onderhand wel eens schoongemaakt worden. 

Ik loop verder via de achterzijde van het huis naar het koetshuis met koetsierswoning. Het koetshuis heeft de laatste jaren als kantoorruimte van de bank dienst gedaan. De buitenkant is in wit en geel geschilderd en er zit wat groene aanslag op de gevel. Als ik naar binnen gluur zie ik dat het er leeg en verwaarloosd uitziet. Het is zonde dat het onderhoud van dit soort panden voor bedrijven geen prioriteit heeft. Dat is bij dit soort huizen bewoond door particulieren wel anders. Die zijn alle dagen bezig met het onderhoud en beheer van hun lust én last om het voor de toekomst, hun erfgenamen en ons te behouden. 

Het speelhuisje dat voor het koetshuis en rechts voor het huis staat is omstreeks 1830 gebouwd.

Ada Beets, de jongste dochter van de bekende 19e -eeuwse schrijver en dichter Nicolaas Beets, werd geboren op 12 april 1871. Zij brengt samen met haar ouders en twee oudere zussen Aleida en Dora een aantal zomers een periode door op het buiten Hoog Beek en Royen te Zeist. Ze logeren bij de douairière Van Loon-Voombergh en haar dochters de freules Agnes en Louise. In haar memoires ‘Jeugd in het Beetsenhuis’ beschrijft Ada het boerenhuisje: ‘Aan ’t ontbijt zegt mevrouw: ”Ada wil zeker wel naar haar huisje vanmorgen, kom straks de sleutel maar bij me halen”. Ik kreeg de sleutel en ging samen met mijn moeder naar ‘het huisje’. Dicht bij de stal, verscholen achter de bosjes, stond een klein, met klimop begroeid, boerenhuisje. Er voor was een tuintje met floxen, dahlia’s, riddersporen en een pomp. Moeder ontsloot de deur, een boven-en benedendeurtje, en dan stond je in een oudhollands vertrekje met fornuis, glazenkast met serviesgoed, een la met tafelgoed en keukendoeken, een wit geschuurde kleptafel, veel koper aan de witte muren en alles, alles voorhanden wat in een keuken behoort. De luiken werden opengezet en ik nam juichend bezit van mijn huis! Ik trok dadelijk ’t keurige boerinnenpakje aan, nam emmers en bezems , spons en lap en ging ijverig aan ’t schoonmaken, natuurlijk op klompen, terwijl mam op de bank in het tuintje zat. Dat was iedren dag een heerlijkheid’, aldus Ada Went- Beets in haar boek.

Dan loop ik weer naar de achterzijde van het huis om te zien wie er van mijn wandelvrienden met honden zijn en wij begroeten elkaar en ook onze honden hartelijk. De ene keer zijn wij met vieren maar geregeld ook met zijn tweeën of drieën en wandelen wij vanuit de enorme tulpenboom links over het bruggetje om exact 08.00 uur weg. Bailly de Engelse Setter, Harco de Vizsla, Gijs de Jack Russel en Siena en Giulia mijn Bracco Italiano’s (Bracchi) verwachten van ons eerst een hondenkoekje en zij begroeten elkaar en ons of het maanden geleden is dat we elkaar gezien hebben. 

Boswachters en Boa's

Onze gesprekken en ook die van hondeneigenaars die wij tegen komen gaan het laatste jaar opvallend vaak over boswachters en Boa’s van Het Utrechts Landschap. Verontwaardiging alom over afgesloten gebieden, alleen over paden en niet over niet omheinde weiden mogen lopen of zitten, uitbreiding van aanlijn gebieden, zwemverboden voor honden en de komst van de wolf in ons toch al zo drukke Zeist. Ook het zonder waarschuwing vooraf een boete van € 109,- (inclusief € 9,- administratiekosten) krijgen bij overtreding van ineens veranderde en slecht gecommuniceerde regels komen ter sprake. Zo ook een paar weken geleden. Voor Het Huis bij de brug stonden wij met een vrouwelijke passante met hond te praten. Ik zei tegen mijn wandelvrienden, kijk jongens daar komt een auto van het Utrechts Landschap aan. De auto reed over de brug voor het huis langs, draaide rond het grasperk en stopte naast ons. De Boswachter die er in zat draaide het raam open, groette met een goedemorgen en vroeg of dit een georganiseerde wandeling was. Wij in koor, nee hoor dit is een toevallige ontmoeting. Voor georganiseerde wandelingen moet je namelijk schriftelijk toestemming vragen bij Het Utrechts Landschap. Maar wij wandelen niet georganiseerd, wij zien wel wie er op die dag om uiterlijk 08.00 uur is en wandelen dan weg. Bijna allemaal zijn wij lid van Het Utrechts Landschap en houden park en bossen schoon van zwerfvuil. Ja hier op Hoog Beek en Royen haal ik wekelijks een tas vol met lege sigarettendoosjes, drinkverpakkingen, flesjes, kroondoppen, plastic, peuken en zakdoekjes op. Veelal van jongelui die op kroegentocht in de Dorpsstraat zijn en hier uit het zicht van camera’s hun gang kunnen gaan. Ook van het grasveld ruim ik veel troep op, maar daar kan ik bekeurd worden omdat ik niet van de paden mag afwijken. Vreemd want ver vanaf de paden in de niet omheinde weide hangen orden aan kastanje houten hekwerken bij het water die onze honden niet kunnen lezen en die de wandelaar uitnodigen er naar toe te lopen om te lezen wat er op staat. Het is dat ik de natuur een warm hart toedraag en dat deze organisatie ook heel veel goed werk doet, want ander zou ik mijn lidmaatschap van Het Utrechts Landschap direct opzeggen.

Tijdens de wandeling hebben wij het over persoonlijk lief en leed, mankementen bij het ouder worden, voetbal, vakanties, plaatselijke, landelijke en wereld politiek en onze meningen daarover. Maar ook kwinkslagen naar elkaar en er word veel gelachen. Wij zijn er voor elkaar. Zoals afgelopen week nog. 

Een van mijn wandelvrienden is slecht toebedeeld met haar en is zeg maar kaal. We hadden het over agressieve kraaien en meeuwen die enorm kunnen poepen en pikken. Hij vertelde dat hij vroeger eens met eten in zijn hand door een hele zwerm meeuwen belaagd was die het op zijn eten voorzien hadden en hem op zijn hoofd probeerden te pikken. Ik zei met een serieus gezicht dat je daar erg kaal van schijnt te worden. Hij keek mij aan, zag mijn pretogen en zei dat ze hem dan veel gepikt moesten hebben. Lachend liepen we verder.   

Wij lopen langs de weide met rechts daarvan de lange boogvormige moestuinmuur uit 1830 die momenteel gerestaureerd word. Waar achter deze muur vroeger in kassen voor de bewoners van het landhuis groente en bloemen werden gekweekt en vele soorten fruitbomen stonden heeft Het Utrechts Landschap samen met de Rotary in 2012 een wijngaard aangelegd. Ik herinner mij nog dat achter de muur en ook in de weide daar tegenover schapen en veel ander vee liep. In 2004 verdwenen dieren en omheining en vanaf toen liepen wij door het poortje over de weide en konden heerlijk zitten onder de hoge en brede Catalpa die je daar links kijkend door het poortje en over de muur kunt zien staan. Ieder jaar hielden vrienden van mij met Pinksteren hun familiereünie onder deze indrukwekkende trompetboom met hartvormige bladeren, wit met paarse bloemen en lange peulvruchten.

Ongeveer twintig jaar geleden kwam ik een oude heer tegen die mij vroeg, weet u wat voor boom dit is? Ja zei ik, dat is een Catalpa. Hij, ze noemen het ook wel een Ambtenaren-boom. Op de vraag waarom Ambtenarenboom moest ik het antwoord schuldig blijven. Hij vertelde dat de Catalpa laat komt (bloeit) en vroeg gaat. Haha.

Verderop links stond tot 2012 de voormalige tuinmanswoning die ik alleen als dierenverblijf ken (foto 2008)Binnen de omheining met daarin een knekelput liepen schapen, bokken en kippen die iedere dag liefdevol door Roel, een vriendelijke en tanige man met lang haar in een staart, verzorgd werden. Het verhaal gaat dat het dierenverblijf moest verdwijnen omdat de Rotary achter de moestuinmuur een houten onderkomen bij de huidige wijngaard wilde plaatsen en twee gebouwen niet binnen het bestemmingsplan van Hoog Beek en Royen pasten. 

Onder deze boom heb ik overigens dagelijks met onze lieve en trouwe Bracco Italiano “Luna” zitten wachten op mijn helaas in 2016 veel te vroeg overleden wandelvriendin Yvonne en haar hondje Tress. 

Tegenover het dierenverblijf aan het water stond tot begin 2022 een enorme linde van zo’n 220 jaar oud. Tijdens de februari storm Eunice is de boom omgewaaid. Het onderste deel is weer rechtop gezet en zie de boom loopt weer uit. Ter bescherming is er een kastanje houten hekwerk om de boom heen gezet. 

Voorbij het huisje van de Rotary slaan wij rechts af naar het grote veld dat tegenover kantorencomplex Sparrenheuvel ligt. Vroeger stonden op dit grote veld vijf bankjes waar wij met velen in alle rust heerlijk konden zitten, maar nu staat er nog maar één. 

De honden kunnen even met elkaar ravotten en wij genieten van de zon die wij dit jaar nog niet heel veel gezien hebben. Je voelt de warmte je in je lijf trekken, heerlijk. Ook op deze buitenplaats zie je veel dood hout en stervende oude bomen. Links naast het veld stonden oude beuken waarin een jaar of twintig geleden een koppeltje zwarte spechten een nest had. Vanaf het bankje kon ik dagelijks zien hoe pa en ma af en aan vlogen om hun jongen te voeren en hoe later de jongen uitvlogen. De zwarte specht is zeldzaam, maar deze week heb ik ze toch weer in het Molenbosch gezien en gehoord. Dat was boffen toch.

Wij vervolgen onze weg achter verzorgingshuis de Amandelhof langs het water en komen langs beuken waarin ik op een tak eens een twee bosuiltjes naast elkaar heb zien zitten. 

Vervolgens komen wij bij de houten brug om het water over te steken. Ook deze brug is een paar jaar geleden totaal gesloopt en is vervolgens door een je mag wel zeggen “bezielde” houtkunstenaar opnieuw opgebouwd. Op de kopse kanten van de brug heeft hij hout gebruikt waar je met een beetje fantasie dierenkoppen in herkent. Ik zie links een mannelijk zwijn (keiler) en rechts een vos. Zie jij die ook? Je moet zelf maar eens gaan kijken want ook aan de andere kant van de brug herken je dierenkoppen.

Dan verder links een bocht omhoog waar vroeger op een kleine heuvel een theekoepel stond vanwaar je een prachtig uitzicht over de weide naar het landhuis had en waar ik kon schuilen voor regen, hete zon en wind. Doodzonde dat onverlaten de theekoepel in brand gestoken hebben en dat op diezelfde plek naar het grondplan van de theekoepel in 2009 die foeilelijke rode vuurtoren het baken “Zeist aan Zee” voor terug geplaatst is. Volgens de geleerden zal als de stijging van de zeespiegel doorzet wellicht vlakbij dit punt de nieuwe kustlijn van Nederland te liggen. Zeist aan Zee is dan een feit.

Vorige week hoorde ik in nabijheid van de dode beuk rechts een waarschuwend geroep van een buizerd hoog in een boom aan de andere kant van het veld en het antwoorden van een jong daarop. Ik speurde om mij heen en zag het jong een meter of twee boven mij op een tak een bloederige prooi eten. Dat ik zo dicht bij het jong stond met die ouder dichtbij was geen prettig idee en met het kippenvel op mijn armen liep ik haastig door. Die ouder zou maar eens een lekker hapje in mij zien.  

We zijn nu bijna aan het einde van onze wandeling en lopen nog even langs een stukje slingervijver waar links een loeier van een rode beuk staat en zijn wij bij het eindpunt bij de brug. De honden krijgen ter afscheid nog een koekje en wij wensen elkaar een fijne dag en met een tot morgen of anders tot volgende week gaat ieder zijn eigen weg.

In de galerij van de website kun je nog veel meer mooie foto’s vinden. 

Wat is Zeist toch mooi en wat boffen wij hier te mogen wonen. 


Tot de volgende wandeling op buitenplaats Pavia, Arnie Della Rosa

        

Je kunt mijn wandelverhalen maar ook de columns van andere Zeister columnisten lezen op https://www.zeistermagazine.nl


Beknopt overzicht buitenplaats Hoog Beek en Royen

Adres: Driebergseweg 1

Hoog Beek en Royen maakte oorspronkelijk deel uit van landgoed Beek en Royen uit 1771 en was 330 hectare groot. Het oorspronkelijke huis van dit landgoed aan de 2e Dorpsstraat 54-58 staat daar nog steeds. De naam Beek en Royen is een samenvoeging van namen van de stichter Hendrik Verbeek (1707-1788) burgemeester van Utrecht en lid van het Utrechtse regentenpatriciaat en zijn vrouw Clara J. van Royen.   

  • 1818 Eigenaar: mr. Coenraad Willem Wijborgh
  • 1822 Eigenaar: Evangelisch Lutherse gemeente te Berbice
  • 1824 Eigenaar: Albert Voombergh (1793-1851) Chef van het Amsterdamse Bankiershuis Ketwich en Voombergh in 1821 gehuwd met jonkvrouw Agnes Henriëtte van Loon (1800-1879) 
  • 1825-1827 bouw van een klein landhuis met slechts één verdieping “une petite maison de campagne” met aanleg van een landschapspark en slingervijver naar ontwerp van Jan David Zocher jr. (1791-1870)
  • 1827 bouw koetshuis
  • 1828 aankoop oranjerie en tuinmanswoning aan de Driebergseweg door Albert Voombergh
  • 1830 aankoop en toevoeging tot het park van een strook grond langs de Laan van Beek en Royen tussen Nooitgedacht de Kippenlaan. Een woning aan de overzijde van de Driebergseweg wordt tot oranjerie getransformeerd.
  • 1836 bouw extra verdieping op het huis
  • 1846 verbouw van het huis en voorzien van een neoclassicistische uitstraling
  • 1850 afsplitsing van het stuk bos ten noorden van de Arnhemse Bovenweg van de buitenplaats Hoog Beek en Royen waardoor de nieuwe buitenplaats Pavia 13 hectare groot ontstaat
  • 1851 overlijden Albert Voombergh
  • 1875 bouw speelhuisje en moestuinmuur
  • 1879 overlijden jonkvrouw Agnes Henriëtte Voombergh-van Loon Oudste dochter Philippina Constantia Isabella Voombergh (1827-1905) in 1848 gehuwd met jhr. mr. Jan Willem van Loon (1816-1876) erft buitenplaats Sparrendaal
    • 2e dochter Aletta Cornelia Anna Voombergh (1828-1913) in 1855 gehuwd met Matthieu Christiaan Hendrik Ridder Pauw van Wieldrecht (1816-1895) erft buitenplaats Pavia
    • 3e dochter Henrietta Maria Jacoba Voombergh (1830-1908) in 1854 gehuwd met bankier Charles Bernard Labouchere (1817-1897) woonde op het Slot
  • 1905 Eigenaar: Oudste dochter en erfgename Agnes Henriëtte Constance van Loon (1850-1933) 
  • 1906 verbouw koetshuis tot koetsierswoning 
  • 1941 Eigenaar Utrechts Landschap 1954 huur als ambtswoning van de burgemeester door de gemeente Zeist 
  • 1973 Eigenaar: Gemeente Zeist 
  • 1982 betrokken door International College of Business Administration Het Utrechts Landschap blijft eigenaar van het landgoed 
  • 1977 vijver wordt voorzien van een kunstmatige bodem en het park word als openbaar park ingericht 
  • 1988 Eigenaar: Raadgevend Bureau Claesses B.V.  
  • 1991 Eigenaar: Holdingsmaatschappij Diosmo B.V. 
  • 2001 Eigenaar: Van Lanschot Kempen Bankiers 
  • 2012: aanleg van wijngaard in voormalige moestuin door de Rotary in samenwerking met Het Utrechts Landschap   


Tot de volgende wandeling op buitenplaats Hoog Beek en Royen, 

Arnie Della Rosa 

Je kunt mijn wandelverhalen maar ook heel veel columns van andere Zeister columnisten lezen op 
https://www.zeistermagazine.nl




Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.